Visie
Effectieve gebiedsontwikkeling vereist duurzame goede samenwerking.
Nederland staat de komende decennia voor grote opgaven in gebiedsontwikkeling; bijvoorbeeld de bouw van 1 miljoen extra woningen in de komende 10 jaar, het maken van goede woonomgevingen, de energietransitie, verduurzaming van bestaand vastgoed, klimaatadaptatie, behoud en herstel van natuur en transformatieopgaves enz..
Dat kan de markt of de overheid niet alleen. Daarvoor is een duurzame goede samenwerking tussen markt en overheid én andere stakeholders nodig. Een samenwerking die is gericht op het behalen van een gemeenschappelijk doel. Op het slaan van bruggen en het leggen van verbindingen, rekening houdend met de verschillende belangen.
Daardoor ontstaan ook kansen om opgaven te combineren. Met als resultaat integrale en kwalitatief betere gebiedsontwikkeling. Voor markt en overheid, én voor toekomstige gebruikers/bewoners!
Een goede samenwerking is dus cruciaal voor het slagen van projecten.
Duurzame goede samenwerking gaat (vaak) niet vanzelf
Het proces van gebiedsontwikkeling is echter complex en de belangen zijn divers. Markt en overheid spreken niet dezelfde taal en hebben vaak onvoldoende kennis van de belangen, intenties en interne processen van hun samenwerkingspartner.
De basis voor een goede samenwerking, wederzijds vertrouwen, moet daarom actief worden vormgegeven. Vanuit mijn juridische achtergrond help ik ontwikkelaars en gemeenten om actief vorm te geven aan een duurzame goede samenwerking.
Mijn rol is het bouwen of versterken van het vertrouwen tussen overheid en private partijen, zoals ontwikkelaars, bouwers, beleggers, eigenaren en overige stakeholders, zoals inwoners. Dat doe ik door oprecht de verbinding tussen partijen te zoeken, de verschillende belangen in kaart te brengen, goed te luisteren naar waar het wringt, te “vertalen” en mee te denken in oplossingen. En door de afspraken over de samenwerking duidelijk op papier te zetten.
Mijn juridische kennis van het omgevingsrecht en de Omgevingswet zet ik in om de juridische (on)mogelijkheden voor projecten en de te volgen procedures in kaart te brengen, de uitvoerbaarheid van een plan te toetsen en om creatieve en innovatieve maatwerkoplossingen te bedenken.